De wens onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad: Is dat niet de oorzaak van alle ellende? Het aanlokkelijke vooruitzicht om als God te kunnen zijn en zelf te kunnen bepalen wat goed en kwaad is, dat was wat de eerste mensen, Adam en Eva, over de streep trok en hen van de vrucht liet eten. Dat heeft ons in de ellende gestort. Dat heeft de dood in de wereld en over alle mensen gebracht (Romeinen 5:12). Dat heeft de hele schepping aan de zinloosheid onderworpen (Romeinen 8:20). We zien het om ons heen (hoeveel normbesef is er?), in de wereld (denk aan de verschrikkelijke gebeurtenissen in Israël!) en helaas… ook als we naar onszelf, ons oude ‘ik’ kijken.

Oefeningen die ons in staat stellen werkelijk te leren onderscheiden waar het op aankomt.

Maar door Jezus Christus mag alles anders worden. Door Hem heeft ieder die zijn vertrouwen op Hem stelt, een nieuw leven gekregen. De Geest heeft ons tot een nieuwe schepping gemaakt, waardoor we in staat zijn de wil van God te onderscheiden. Hoe meer we groeien in het leven met Hem, hoe volwassener we worden en hoe beter we het verschil leren zien tussen goed en kwaad, tussen wat van God is en wat direct of indirect van de satan komt (Filippenzen 1:10). Van zoveel belang in deze tijd! Daarvoor is het belangrijk voedsel tot ons te nemen, vast voedsel. Dat we Gods Woord lezen, overdenken en bestuderen, persoonlijk en in de gemeente. Deelnemen aan de kring, de preek beluisteren en herkauwen. Hebreeën 5:14 belooft ons dat zulke ‘oefeningen’ ons in staat stellen werkelijk te leren onderscheiden waar het op aan komt.