Wat is het toch heerlijk om weer met iedereen bij elkaar te kunnen komen! Ik denk dat ik voor heel veel mensen spreek als ik zeg dat we dat hebben gemist. Samen zingen, samen bidden, samen bijbel lezen, samen koffie drinken, samen elkaar ontmoeten. Dat zijn een boel “samens”. De gemeente zijn we samen. Wij zijn aan elkaar gegeven en hebben elkaar nodig. Als Christengemeente Berea, maar ook als gemeente wereldwijd.

In 1 Korinthe 12 wordt de gemeente vergeleken met het lichaam: 14 Want ook het lichaam bestaat niet uit één lid, maar uit vele. 15. Als de voet zou zeggen: Omdat ik geen hand ben, ben ik niet van het lichaam, is hij daarom dan niet van het lichaam? 16. En als het oor zou zeggen: Omdat ik geen oog ben, ben ik niet van het lichaam, is het daarom dan niet van het lichaam? […] 20. Nu echter zijn er wel veel leden, maar is er slechts één lichaam. 21. En het oog kan niet zeggen tegen de hand: Ik heb je niet nodig, of vervolgens het hoofd tegen de voeten: Ik heb jullie niet nodig. 22. Ja, meer nog, de leden van het lichaam die de zwakste schijnen te zijn, zijn echter juist noodzakelijk.

Hoewel het hele gedeelte mooi is, wil ik de aandacht op deze verzen vestigen. Wij zijn leden van het lichaam. Dat gaat verder dan papieren lid zijn van een gemeente. Wij zijn een onderdeel van het wereldwijde lichaam van Christus. Zo mogen we ook met elkaar omgaan. Ieder deel van het lichaam heeft zijn functie, ook in onze gemeente. Alle bedieningen en taken, hoe zichtbaar of niet zichtbaar ook, zijn van belang. Ieder lid is van belang. Laten we daarom ook naar elkaar omzien en zorg dragen voor elkaar.

Als je zondag nou een kop koffie drinkt met één van je mede-leden, hand, voet, oog of oor, zie dan ook het onmisbare deel van het lichaam.

Ons lichaam werkt op een voor ons onbegrijpelijke manier samen. Zo werkt ook de gemeente op een wonderlijke manier samen! Stap ook gerust eens af op iemand die je nog niet zo goed kent. Ook hij of zij is een deel van dat éne lichaam!

Tot slot, het lichaam, hoe wonderlijk het ook in elkaar zit moet aangestuurd worden door het brein. Het brein vinden we niet op de stoelen in de kerkzaal, niet op het podium, ook niet in de oudstenraad. Ons eigen brein is ingesloten in ons hoofd. Dat geldt ook voor het lichaam dat de gemeente is. In Kolossenzen 1:18 staat: En Hij is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente, Hij, Die het begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn. Laat dat onze aansturing zijn!