De uitstorting van de Heilige Geest. Alleen al het woord “uitstorting” geef aan dat de Here God niet karig is met het schenken van de Heilige Geest. We worden er als het ware in ondergedompeld. Efeze 1:13 zegt zeIfs: “In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte.” En wat verzegeld is staat dan ook voor altijd vast en zeker. Door de Heilige Geest zijn wij in staat de Here God te verstaan wanneer Hij via de Bijbel tot ons spreekt (1 Korinthiërs 2:14). Een ‘ongeestelijk’ mens kan de Bijbel niet verstaan.

Hier werd ik bij bepaald in een gesprek met een zakenrelatie. Hij zei: “Wim, ik heb zo hier en daar eens in die Bijbel van jou gelezen maar wat ik las, dat is toch niet logisch man.” Ik heb hem geantwoord dat ik de Bijbel van kaft tot kaft heb gelezen en nog nooit iets ben tegengekomen wat ik naar menselijk begrip logisch vond. Het is het Woord van God en dat is alleen geestelijk te beoordelen. De Bijbel is tevens een ‘brief’ van de Here God aan ons en die behoort leidend te zijn voor ons dagelijks leven. Johannes 16:14 zegt: “De Heilige Geest zal het uit het Mijne nemen en het u verkondigen.” Wanneer we de Bijbel aandachtig lezen laten we ons door de Heilige Geest onderwijzen. Maar wat als we dit verwaarlozen?

In de omgang met geloofsgenoten hoor ik steeds vaker van een verlangen naar ‘meer van de Geest’. Na enig doorvragen bedoelt men dan in de regel: meer (vermeende) manifestatie van de Heilige Geest in de vorm van uitingen van emoties en ervaringen. Maar is dit ook een redelijk verlangen? Van onze broeder Jack Nugter kreeg ik de volgende aantekening mee:

We beoordelen het Woord van God niet naar onze emoties en ervaringen maar beoordelen onze emoties en ervaringen naar het Woord van God.

Toen ik dit zo overdacht moest ik terug denken aan wat ik hoorde van de ons allen bekende bijbelleraar Henk Binnendijk. Hij sprak voor een gehoor van ongeveer achthonderd mensen (christenen) en stelde zijn gehoor de volgende vraag: “Mensen, we hebben in de Bijbel allen een persoonlijke brief van onze Hemelse Vader maar mag ik u vragen hoeveel van u besteden per dag een kwartiertje aan het lezen van deze brief?” Er gingen een paar vingers omhoog en hij telde vijf vingers. Wel vijf, maar dit betekent dat 795 christenen dit niet doen. Dit zegt, denk ik, toch iets over waar als christenen onze belangstelling naar uitgaat. Is dit in de eerste plaats ‘een goed gevoel hebben’ of ons laten onderwijzen door de Heilige Geest om zodoende tot ervaringen te geraken?

Van enkele zeer grote Amerikaanse charismatische leiders (met miljoenen volgelingen) las ik het volgende: “Wij geloven niet zozeer in een schrijvende God, als wel in een sprekende God.” Met andere woorden niet het geschreven Woord is leidend, maar God spreekt rechtstreeks door Zijn stem, profetieën, visioenen, dromen, etc. Ik zal de laatste zijn om te beweren dat de Here God vandaag niet tot zijn kinderen zou kunnen spreken op een bijzondere manier, maar in eerste instantie heeft Hij ons Zijn Woord gegeven wat we door de Heilige Geest kunnen verstaan en zo in onze harten wordt gebracht en ons leven bepaald. Het lijkt mij niet redelijk om te roepen: “Wij willen meer van de Geest” en tegelijkertijd het onderzoeken van Gods Woord, onder leiding van diezelfde Heilige Geest, verwaarlozen. Nee, laten we ons verheugen in die geweldige zekerheid die we hebben in de belofte van Efeze 1:13 namelijk dat we de Heilige Geest ten volle hebben ontvangen en ons dus ook in staat stelt te leven naar het ‘Woord van God’ (Efeze 4:30). Wel is dan nodig dat we onder de leiding van de Heilige Geest de Bijbel onderzoeken en gehoorzamen en alzo doende Gods Geest niet bedroeven.