Al een paar maanden hebben we ook in Nederland te maken met het corona-virus dat zich als een pandemie steeds sneller door de hele wereld verspreidt. Ik vraag me daarbij echter af of het nou alleen de pandemie is, of dat er niet veeleer sprake is van een pandemonium. Wat betekent chaos, hels lawaai, totale verwarring. Als ik zo om me heen kijk, de verhalen hoor, het nieuws volg, dan zie ik chaos, lawaai en totale verwarring. Niet alleen in Nederland, maar ook wereldwijd. Is de ware pandemie die steeds sneller door de wereld raast niet de trotse mens die meent het zonder God te kunnen stellen, maar op cruciale momenten erachter komt dat het hem bij de handen afbreekt en in blinde paniek om zich heen gaat slaan? En een waar pandemonium veroorzaakt? Is dit nieuw? Absoluut niet. Het is al van oudsher zo, en Psalm 2 ten voeten uit:

1 Waarom woeden de heidenvolken en bedenken de volken wat zonder inhoud is?
2 De koningen van de aarde stellen zich op en de vorsten spannen samen tegen de HEERE en tegen Zijn Gezalfde:
3 Laten wij Hun banden verscheuren en Hun touwen van ons werpen!

Het wordt allemaal wel steeds zichtbaarder en onbeschaamder. Maar gelukkig weten wij dat onze God soeverein is. Onze God is de Schepper van hemel en aarde. Hij is bij machte om iets te laten ontstaan, om dat te onderhouden en om het ook weer op te doen houden. Ziekten, oorlogen, hongersnoden, planten, dieren, mensen, regen, droogte. Van onze eerste ademteug tot onze laatste, en alles wat daartussen zit ligt in Zijn hand vastbesloten. Dus ook het pandemonium en deze pandemie! Waar het bij dit alles om gaat staat in het vervolg van Psalm 2. God heeft vast besloten en het alom bekend laten maken: Hij heeft Zijn Zoon verwekt en deze zal als Gezalfde regeren tot aan de einden der aarde!

4 Die in de hemel woont, zal lachen, de Heere zal hen bespotten.
5 Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn, in Zijn brandende toorn hun schrik aanjagen.
6 Ik heb Mijn Koning toch gezalfd over Sion, Mijn heilige berg.
7 Ik zal het besluit bekendmaken: De HEERE heeft tegen Mij gezegd: U bent Mijn Zoon, Ík heb U heden verwekt.
8 Eis van Mij en Ik zal U de heidenvolken als Uw eigendom geven, de einden der aarde als Uw bezit.
9 U zult hen verpletteren met een ijzeren scepter, U zult hen in stukken slaan als aardewerk.
10 Nu dan, koningen, handel verstandig. Laat u onderwijzen, rechters van de aarde.
11 Dien de HEERE met vreze, verheug u met huiver.
12 Kus de Zoon, opdat Hij niet toornig wordt en u onderweg omkomt, wanneer Zijn toorn slechts even ontbrandt. Welzalig allen die tot Hem de toevlucht nemen!

Laten we in deze periode voor elkaar blijven bidden. Dat we waakzaam mogen zijn.

Als wij onze toevlucht tot Hem nemen mogen wij ons geborgen weten bij God, in Jezus Christus! Laten we in deze geborgenheid tijdens dit pandemonium volharden in gebed. En waakzaam zijn! In de Kolossenzen 4 staat: 2 Houd sterk aan in het gebed, en wees daarin waakzaam met dankzegging. 3 Bid meteen ook voor ons dat God voor ons de deur van het Woord opent, om van het geheimenis van Christus te spreken, om welke oorzaak ik ook gebonden ben, 4 opdat ik dit geheimenis mag openbaren zoals ik erover moet spreken. 5 Wandel met wijsheid bij hen die buiten zijn, en buit de geschikte tijd uit. 6 Laat uw woord altijd aangenaam zijn, met zout smakelijk gemaakt, opdat u weet hoe u iedereen moet antwoorden.

Laten we in deze periode voor elkaar blijven bidden. Dat we waakzaam mogen zijn. In deze periode dat we niet bij elkaar komen en het moeten doen met digitale diensten, is het extra belangrijk waakzaam te zijn dat we niet heen en weer geslingerd worden tussen allerlei ‘wind van leer’ die elders verkrijgbaar is. En dan van elkaar ‘los gezongen’ raken. Daarom, laten we elkaar vasthouden in gebed. Bid voor uw broeders en zusters in uw huiskring, voor de zieken in onze gemeente, voor wie moeite of strijd heeft.

Laten we ook bidden dat het Woord in dit pandemonium onbelemmerde voortgang mag blijven hebben. Dat het met volharding gepredikt mag worden. Laten we de ‘geschikte tijd’ uitbuiten. In ons samen zijn in de huiskringen, in onze digitale diensten die ook voor anderen toegankelijk zijn. En straks, als we hopelijk weer fysiek bij elkaar mogen komen. Maar ook in onze contacten met ‘hen die buiten’ zijn. Laat ons ‘woord altijd aangenaam’ zijn. Laten we samen als gemeente het zout der aarde zijn!